14-16. Over de drie medewerkers voor wie de struikelstenen zijn geplaatst.
Januari 2024 zijn tussen nummer 14 en 16 drie struikelstenen geplaatst voor voormalige medewerkers van het Centraal Joods Informatiebureau. Dat was voor Margarete Wiener-Saulman (zie ook huisnummer 16), Kurt Zielenziger en Bernhard Krieg. Aan de vooravond van de oorlog willen niet alle werknemers naar Engeland vluchten, ook al kan Wiener voor zijn naaste medewerkers een inreisvisum regelen. De Duitse econoom en journalist Kurt Zielenziger blijft achter. Hij was in 1933 naar Parijs gevlucht. Een jaar later vraagt Wiener hem naar Amsterdam te komen om de dagelijkse leiding van het informatiebureau op zich te nemen. In 1938 publiceert hij een overzicht van de emigratie uit Duitsland waaruit blijkt dat in 1937 al een derde van de Duitse Joden naar het buitenland is vertrokken. Wanneer het kantoor van het Centraal Joods Informatiebureau in mei 1940 wordt gesloten, blijft Zielenziger met zijn vrouw in Amsterdam wonen. Een van de redenen dat hij niet naar Engeland wil, is dat hij naar eigen zeggen slechts Engels spreekt. Hij weet wel voor zichzelf en zijn vrouw Ecuadoraanse passen te regelen maar dat mag niet meer baten. In september 1943 worden beiden naar Westerbork getransporteerd en van daaruit naar Bergen-Belsen waar hij juli 1944 overlijdt. Lily begint daarna een dagboek dat ver na de oorlog is uitgegeven (‘Ich möchte so gerne überdauern…’, 2017). Ze overlijdt na haar bevrijding door het Rode Leger als gevolg van tyfus en uitputting. Hun zoon Eric overleefde de oorlog. Bron: Hagen.
Van de in Berlijn geboren en naar Nederland gevluchte Bernhard Krieg is niet veel bekend. Hij werkte bij het Informatiebureau van 1934 tot de sluiting in 1940. Als de oorlog uitbreekt, blijft ook hij in Amsterdam en is hij enige tijd financieel medewerker van de Joodse Raad. Krieg wordt weggevoerd naar Bergen-Belsen en maakt nog wel de bevrijding mee, maar op de terugweg naar Amsterdam overlijdt hij op 23 april 1945 in Maastricht als gevolg van de ziekten die hij tijdens zijn gevangenschap heeft opgelopen. Het was hem, zegt zijn weduwe in de rouwadvertentie, ‘niet vergund een nieuw leven in vrijheid op te bouwen’. Bron: Hagen

14-16. Artikel uit Het Parool van 30-1-2024 bij de plaatsing van de drie struikelstenen.
Verslag in Het Parool: Vlak voor het huis is al een stoeptegel uitgelicht. De Duitse kunstenaar Gunter Demnig (1947), initiatiefnemer van de Stolpersteine voor slachtoffers van het nationaalsocialisme, legt de stenen dit keer hoogstpersoonlijk neer.(-)Een haag aan toeschouwers, familieleden, medewerkers van de huidige bibliotheek in Londen en de Engelse en Duitse ambassadeur wonen de steenlegging bij. Het is een langgekoesterde wens van de nazaten van Alfred Wiener.(-)De in Berlijn geboren huidige bewoner van de Jan van Eijckstraat 14-huis Rolf Somann woonde de ceremonie bij en wil de kleinkinderen van Wiener wel een rondleiding geven door zijn huis. Het is de eerste keer dat deze nazaten de woning betreden. “In deze kamer moeten Duits-Joodse vluchtelingen hebben geslapen die mijn grootvader opvingen. En dáár, in die andere kamer, woonde het Joodse kindermeisje Betty Lewin. Zij bracht ook illegale kranten rond,” zegt Daniel Finkelstein, kleinzoon van Wiener.
Staand in de tuin zegt zijn zus Tamara Isaacs: “Mijn moeder heeft hier met haar zusjes gespeeld. Hun oma gooide altijd snoepjes in de tuin.” Finkelstein neemt nog even plaats in een van de fauteuils in de woonkamer en mijmert: “Dichter bij de geschiedenis kom je niet.”
“Het is erg emotioneel om hier als kleinzoon te zitten. Maar ook heel informatief,” zegt hij, journalist voor The Times en lid van het Britse Hogerhuis. Vorig jaar publiceerde hij het boek Hitler, Stalin, vader en moeder. Een familiegeschiedenis. Hij staart naar de authentieke, jugendstilachtige open haard die de huidige bewoners hebben laten restaureren.
Finkelstein: “Het is de open haard waarin mijn grootmoeder met mijn moeder en haar zusjes, toen de Duitsers arriveerden, de nog overgebleven documenten hebben verbrand. Ik voel hun aanwezigheid. Ik voel hen hier in deze kamer.”
Als ze weer vertrokken zijn, verzucht Somann: “Het is choquerend wat de oud-bewoners is overkomen. Maar ik ben ook trots, ondanks die gruwelijke geschiedenis, dat de Wieners hier hun bibliotheek hebben opgebouwd. Ik kijk nu wel met andere ogen naar de open haard.” Bron: Het Parool 30-1-2024 verslag van Hanneloes Pen.
Kleine correctie. De Wieners woonden op nummer 16 en daar waren Daniel Finkelstein en zijn zus Tamara Isaacs ook te gast. Het kantoor was op 14. MH