Deze website is een verzameling van informatie per huisnummer over wat zich heeft afgespeeld in de Amsterdamse Jan van Eijckstraat tijdens de oorlog. Er woonden toen veel Joden, voor een flink deel gevlucht uit Duitsland, van wie er ruim honderd zijn weggevoerd en vermoord. Een aantal van hen is vlak voor de oorlog of direct na het uitbreken doorgereisd naar veiliger oorden. Er zaten ook Joden ondergedoken in de straat. Tot vlak voor mei 1940 was in de straat het Centraal Joods Informatiebureau gevestigd dat als doel had nazipropaganda te bestrijden. Op drie adressen in de straat werd in de oorlog een afdeling van de Joodse Raad gevestigd en aan het eind van de straat zat in een school de Zentralstelle dat een hoofdrol speelde bij de deportaties van Joden naar Westerbork en verder.
De Jan van Eijck is een kleine straat. De nummering loopt tot 34 aan de ene, en tot 45 aan de andere kant. Maar bij de meeste huisnummers horen twee of drie voordeuren en in totaal telt de straat 78 woonadressen. Tel daarbij op dat er in die tijd ook veel kamers werden verhuurd, dus de straat telde aardig wat bewoners. Hoeveel is onduidelijk. Op de woningkaarten van de gemeente staat de hoofdbewoner genoemd en aan de achterzijde de andere bewoners. Maar de kaarten zijn niet consequent ingevuld en vaak moeilijk te ontcijferen. Joodse bewoners die afgevoerd waren, bleven vaak op de kaarten staan en pas na jaren werd dan genoteerd ‘vow’, vertrokken onbekend waarheen, of ‘naar Duitsland’ terwijl die bewoner dan al geruime tijd daarvoor gedood was in Auschwitz. De woningkaarten maken dus niet zonder meer duidelijk wie er precies op dat adres woonde en wat er gebeurd is. Zo staat bij Sophia Moppis (huisnummer 2) dat ze in 1944 naar Duitsland vertrok. Gaat het hier om een Joodse vrouw die is afgevoerd naar een kamp? Of hebben we te maken met een Duitse die onderdeel was van de bezettingsmacht? Want ook die Duitsers woonden in de Jan van Eijckstraat. Sophia’s naam is niet te vinden bij Joods Monument waar de namen zijn opgenomen van vermoorde Joden.
Omdat niet alle informatie duidelijk is, zijn de namen van hen die zeker het slachtoffer waren van de Duitse terreur, benadrukt door ze vet te maken. De namen van bewoners die vanuit de Jan van Eijck ergens anders zijn gaan wonen en daar zijn opgehaald, kregen geen extra nadruk. Nogal wat namen werden in die tijd op verschillende manieren gespeld. Jüdell heet ook Judell en Kukenheim schrijft zelf Koekenheim. De namen zijn overgenomen zoals de bron ze vermeldde, dus de ene keer zus en de andere keer zo.
De toenmalige bewoners van de straat worden opvallend vaak genoemd in literatuur die na de oorlog verscheen. Die teksten zijn geciteerd of samengevat. Deze website is een poging zoveel mogelijk informatie over de Jan van Eijckstraat in de oorlog samen te brengen. De bronnen die zijn gebruikt, staan afgekort achter de informatie.