Trap, twee voordeuren: links 1hoog, rechts 2hoog.
De afdeling Expositur van de Joodse Raad had drie panden aan de Jan van Eijckstraat: de nummers 15, 19 en 21. Aanvankelijk bood de Expositur hulp bij het invullen van formulieren voor emigratie. In 1942 kwam daar het bepleiten van vrijstellingen voor evacuatie uit de provincies bij. Er waren onderafdelingen voor reis- en verhuisvergunningen, woningen, huisraad, bagage, sleutels van verzegelde woningen en het eventueel ongedaan maken van die verzegelingen. Vanwege de taal behoorden veel uit Duitsland en Oostenrijk gevluchte Joden tot deze afdeling. De Oostenrijkse advocaat dr E.I. Sluzker stond aan het hoofd, met als secretaresse mevrouw I. Vordemberge. Mevrouw Th. Sluzker-Rappaport en mr Leo de Wolff verzorgden de voorlichting. De Expositur onderhield contact met de Joodse Raad en de Zentralstelle für jüdische auswanderung (centraal bureau voor joodse emigratie) aan het Adema van Scheltemaplein – ingang voor Joden aan het eind van de Jan van Eijckstraat. Bron: OB, Niod.
Vanaf juli 1942 Expositur (filiaal) van de Joodse Raad. Deze verzorgde het contact tussen de Joodse Raad en de Duitse autoriteiten. Hier werden de vrijstellingen van deportatie geregeld. Na de laatste grote razzia van september 1943 werd het een bureau dat de belangen moest behartigen van de vijfduizend nog van deportatie vrijgestelde Joden en de tienduizend gemengd gehuwden. Bron: Stigter.
In tenminste zes boeken wordt gesproken over de Expositur, het filiaal van de Joodse Raad.
15-1hoog
Irma Blumenthal-Rosenthal, Klein-Krotzenbrug 1898 – Auschwitz 1943
Adolf Julius Blumenthal, handelsagent, Wiesbaden 1887 – Sobibor 1943
Juli 1941 plaatst de familie Blumenthal in Het Joodsche Weekblad een advertentie voor een dagmeisje in een klein gezin: van 8 1/2-2 uur en ‘s avonds van 6-7 uur. Irma Blumenthal komt voor op de lijst van gedeporteerde patiënten uit psychiatrische instelling Het Apeldoornsche Bosch. Van de 1.080 patiënten op dit transport is van slechts twee personen bekend dat ze bij aankomst in Auschwitz zijn geselecteerd voor dwangarbeid. Alle andere patiënten worden dus verondersteld uiterlijk op 24 januari 1943 – de dag van aankomst van het transport – te zijn overleden. Als officiële overlijdensdatum wordt een etmaal na aankomst in Auschwitz-Birkenau aangehouden, dus 25 januari 1943. Bron: JM.
Betti Hirsch-Daniel 1903 – 1945 Westerbork
Georg Hirsch 1901 – 1945 buitenland
Bron: AA.