Jan van Eijckstraat 11

1940-1945 Jan van Eijckstraat 11

Twee voordeuren: rechts huis, links boven.
11. Depot uitrustingsstukken van de Joodse Raad. Bij dit bureau kon men bagage afgeven die was bestemd voor mensen in de kampen Westerbork en Vught. Bron: Stigter.

Hier woonde GRETHE FRANKEN-WOLFF, Geb. 1883 Berlijn, Gedeporteerd 1944 uit Westerbork, Vermoord 20-2-1945 Bergen-Belsen
Hier woonde MAXIMILIAN LOUIS FRANKEN, Geb. 1877 Gendringen, Gedeporteerd 1944 uit Westerbork, Vermoord 23-2-1945 Bergen-Belsen
Hier woonde LEO FRANKEN, Geb. 1871, Overleden 5-9-1942 Amsterdam
Hier woonde PAUL BERNHARD REHFISCH, Geb. 1903 Essen, Gedeporteerd 1944 uit Westerbork, Bergen-Belsen uit ‘verloren trein’ bevrijd, Bezweken 4-5-1945 Tröbitz
Hier woonde KÄTHE SOPHIE REHFISCH-FRANKEN, Geb. 1908 Berlijn, Gedeporteerd 1944 uit Westerbork, Bergen-Belsen uit ‘verloren trein’ bevrijd, Bezweken 12-5-1945 Tröbitz
Hier woonde GRETHE FRANKEN-WOLFF, Geb. 1883 Berlijn, Gedeporteerd 1944 uit Westerbork, Vermoord 20-2-1945 Bergen-Belsen
Hier woonde MAXIMILIAN LOUIS FRANKEN, Geb. 1877 Gendringen, Gedeporteerd 1944 uit Westerbork, Vermoord 23-2-1945 Bergen-Belsen
Hier woonde LEO FRANKEN, Geb. 1871, Overleden 5-9-1942 Amsterdam
Hier woonde PAUL BERNHARD REHFISCH, Geb. 1903 Essen, Gedeporteerd 1944 uit Westerbork, Bergen-Belsen uit ‘verloren trein’ bevrijd, Bezweken 4-5-1945 Tröbitz
Hier woonde KÄTHE SOPHIE REHFISCH-FRANKEN, Geb. 1908 Berlijn, Gedeporteerd 1944 uit Westerbork, Bergen-Belsen uit ‘verloren trein’ bevrijd, Bezweken 12-5-1945 Tröbitz

11-huis

Maximilian Louis Franken, koopman, Gendringen 1877 – Bergen-Belsen 1945

Grethe Franken-Wolff, Berlijn 1883 – Bergen-Belsen 1945

Leo Louis Franken, manufacturist, Gendringen 1871 – Amsterdam 1942,

Paul Bernhard Rehfisch, koopman, Essen 1903 – Tröbitz 1945

Käthe Sophie Rehfisch-Franken, Berlijn 1908 – Tröbitz 1945

Op 5 september 1942 is in het water van de Amstel ter hoogte van Amsteldijk 182 het lijk aangetroffen van de Jood Leo Louis Franken, geboren te Gendringen 21 mei 1871 gewoond hebbende Jan van Eijckstraat 11 huis alhier. Het bleek dat hij bij zijn broer en schoonzuster inwoonde die tevens een gedeelte van de woning hebben afgestaan aan de Joodse Raad. In verband met het feit dat zijn broer en schoonzuster nog in de woning vertoeven is de woning niet verzegeld. Bij onderzoek bleek dat Franken op 4 september in een zwaarmoedige bui de woning heeft verlaten zodat hij vermoedelijk zelfmoord heeft gepleegd. Afschrift van dit rapport naar het hoofdbureau van politie. Bron: JM, Bureau Joodsche Zaken. Stadsarchief Amsterdam, Politierapporten ’40-’45, archiefnummer 5225, inventarisnummer 6651, 6 september 1942.

Paul Rehfisch en Käthe Sophie Franken trouwden op 4 november 1937 in Berlijn. Waarschijnlijk zijn ze eind 1938 naar Nederland gekomen. Het echtpaar werd in februari 1944 van Westerbork naar Bergen-Belsen getransporteerd. Dit was een relatief laat moment in de geschiedenis van het doorvoerkamp. Waarschijnlijk had dit te maken met het feit dat Paul en Käthe beide werkzaam waren voor de Joodse Raad. Toen zij op 9 april 1945 naar Theresienstadt afgevoerd zouden worden, hield de trein halt bij Tröbitz, waar zij stierven. Bron: JM, toevoeging van een bezoeker aan de website.

Begin april 1945 werden gevangenen uit het concentratiekamp Bergen-Belsen overgebracht naar het concentratiekamp Theresienstadt. Een van de drie daarvoor gebruikte treinen is bij het dorp Tröbitz door het Russische leger bevrijd. Vele inzittenden hebben deze treinreis niet overleefd. Van degenen die de treinreis overleefden, is een groot aantal gestorven aan de gevolgen van de uitgebroken vlektyfusepidemie. De overledenen werden begraven in een gemeenschappelijk graf achter de directiebarakken van de steengroeve Hansa. Paul Bernhard Rehfisch en zijn echtgenote Käthe Sophie Rehfisch-Franken zijn in dit gemeenschappelijke graf ter aarde besteld. Bron: JM, Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis. Opsporing Joodse personen, lijst van overledenen die in Tröbitz en omgeving ter aarde zijn besteld.

Van Käte (zonder h) Rehfisch is een advertentie bewaard uit Het Joodsche Weekblad van februari 1942 waarin ze aanbiedt om met diathermie haren te verwijderen. Bron: JM.

11-boven

Julie Cahn-Goldstein, Kassel 1880 – Bergen-Belsen 1945

Adele Cahn-Behr, Düsseldorf 1911 – Schipkau 1945

Berthold Cahn, koopman, Düsseldorf 1907 – Bergen-Belsen 1945

Hanna Cahn, Amsterdam 1937 – Bergen-Belsen 1945

Ruth Cahn, Amsterdam 1940 – Extern kommando Lübben 1945
Begin april 1945 werden gevangenen uit het concentratiekamp Bergen-Belsen in drie treinen overgebracht naar het concentratiekamp Theresienstadt. Vele inzittenden hebben de treinreis niet overleefd. Adele Cahn-Behr is op het traject Senftenberg-Schipkau vlak voor het station Schipkau omgekomen. Zij is 350 meter van de spoorbrug bij het dorp Schipkau bij de kruising met de autoweg Dresden-Berlijn begraven. Ruth Cahn is op het traject Wittenberge-Berlijn-Lübben omgekomen. Zij is op het traject Senftenberg-Schipkau 300 meter voor de spoorbrug bij het dorp Schipkau aan de zuidkant van de spoorrails, ongeveer 30 meter van een wissel, begraven.
Bron: JM, Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis. Opsporing Joodse personen, lijst van overledenen die in Tröbitz en omgeving ter aarde zijn besteld.